De grote kudu behoort tot de antilopen met de langste hoorns. Deze groeien alleen bij de mannetjes en zijn spiraalvormig gedraaid. De hoorns beginnen te groeien op een leeftijd van 6-12 maanden en draaien spiraalvormig vanaf ongeveer 2 jaar oud. Mannetjes zijn groter dan vrouwtjes, ze bereiken een lichaamslengte van 185-245 cm en wegen 190-270 kg. Een ander kenmerkend kenmerk is de witte streep tussen de ogen en bij de mannetjes de lange vacht op de nek. Mannetjes leven meestal een solitair leven, terwijl vrouwtjes zich groeperen in relatief kleine kuddes van meestal 6-10 volwassen dieren en hun jongen. Vrouwtjes baren meestal één, soms twee jongen. Drachtige vrouwtjes verlaten de kudde vlak voor de bevalling. Het pasgeboren jong verstopt zich ongeveer 4-5 weken in dicht struikgewas om zich te beschermen tegen roofdieren. Op een leeftijd van 6 maanden is het jong volledig onafhankelijk van de moeder. In gevangenschap kunnen ze tot 20 jaar oud worden.