De huisgeit is een kleiner gedomesticeerd herkauwend dier, en behoort tot een van de oudste nuttige dieren. De mens houdt ze al bijna 10.000 jaar. In het Nederlands wordt het vrouwtje een geit genoemd, het mannetje een bok, en in verschillende dialecten in Zuidwest-Nederland ook wel een puk of pukel, terwijl in Oost-Nederland cap gebruikt kan worden. Een gecastreerde bok wordt een knurft genoemd; hij is minder agressief en het vlees daarvan heeft een minder sterke geur. Het jong wordt een lam of bokje genoemd. In Europa worden geiten vaak gehouden voor melk en soms voor vlees. Geitenmelk is gezond, heeft een hoger vetgehalte en een lager lactosegehalte dan koemelk. Verse geitenmelk heeft een karakteristieke geur, wat door veel consumenten als onaangenaam wordt ervaren. De geurintensiteit hangt af van het geitenras, de stalinrichting en het voederregime.